Er hangt iets in de lucht. Het is de natuur. In de lucht wemelt het van de bacteriën, sporen van schimmels en paddenstoelen, en pollen van planten. Ze zweven in het rond en we ademen ze in. Soms worden we er wel eens ziek van, maar veel vaker nog worden we er niet ziek van en zijn al die micro-organismen zelfs goed voor onze weerstand. Zelf laten we ook miljoenen bacteriën per uur los in de omgeving door ze uit te ademen of ze vallen met dode huidcellen van ons af. We hebben allemaal ons eigen microbioom en ook dat stukje natuur in ons maakt ons wie we zijn en hoe we ons voelen. De namen darmflora of huidflora beschrijven een deel van ons microbioom al meteen op een fleurigere manier. Waarom ook niet?
De microbiële buitenwereld en - binnenwereld
Vroeger dacht men dat het fenotype of de uiterlijke kenmerken van een mens (maar ook die van andere dieren en planten) afhankelijk was van twee dingen: de erfelijke aanleg in het genoom en de invloed van omgevingsfactoren. Deze waarheid wordt vaak in een formule gegoten “fenotype = genoom + omgeving” oftewel “F = G + O”. Recent, met de opkomst van nieuwe technologieën in de genetica, ontdekte men hoe rijk onze microbiële binnenwereld is en breidde men de formule G + O uit met een derde component, namelijk die van het genoom van ons persoonlijk microbioom. Hoe gevarieerder ons microbioom, hoe gemakkelijker we ons kunnen aanpassen aan veranderingen en hoe veerkrachtiger we zijn.
De verstedelijking van onze wereld zorgt er helaas voor dat we steeds minder blootgesteld worden aan natuurlijke microben die onze gezondheid versterken. Zeker voor kleine kinderen die nog volop in ontwikkeling zijn is diversiteit aan natuurlijke microben belangrijk voor de opbouw van het immuunsysteem dat bescherming biedt tegen astma en allergieën later in het leven. De handen niet wassen is dus zeker oké – wat niet zo evident is tegenwoordig tijdens de pandemie. Je huis poetsen met zeep die alle microben doodt is ook niet nodig, in tegendeel zelfs. Contact met de natuur in de vorm van spelen, wandelen, eten, noem maar op,… blijft je hele leven belangrijk want je microbioom leeft en groeit en moet dus ook onderhouden worden.
Kamerplanten vergroten microbiële diversiteit
Uit een wetenschappelijk onderzoek blijkt dat kamerplanten een opmerkelijk effect hebben op de diversiteit aan micro-organismen in de lucht. In de 155 Belgische woonkamers die werden onderzocht vond men dat zelfs enkele planten in de kamer al een effect hadden op de biodiversiteit in de lucht in vergelijking met kamers zonder planten. De onderzoekers stonden zelf versteld van het resultaat. Om welke plantensoorten het precies gaat en wat de specifieke voordelen zijn, moet echter nog verder worden onderzocht, maar deze eerste inzichten zijn alleszins veelbelovend. Daarbovenop is het al bekend dat groen in huis onze mentale gezondheid positief beïnvloed.
Het geluk van huisdieren
Naast kamerplanten is het al langer bekend dat ook huisdieren, met honden in het bijzondere, een positieve invloed hebben op de microben in huis. Je hond schaamt zich niet om overal zijn neus in te steken en brengt die neus vervolgens ook binnen in huis. De bacteriën die je hond mee naar huis brengt worden ingeademd en zo aan je darmflora toegevoegd. Bloodstelling aan goedaardige dierlijke bacteriën kunnen je metabolisme en de aanmaak van bepaalde stoffen in je lichaam aanpassen waardoor onder andere je humeur beïnvloed wordt. Naast dit fysiologisch effect van de bacteriën is het ook bekend dat huisdieren de hoeveelheid oxytocine in ons lichaam verhogen. Oxytocine wordt ook wel het knuffelhormoon genoemd en zorgt ervoor dat we ons goed voelen.
Je ziet het niet maar er hangt dus zoveel meer in de lucht rond je kamerplanten en rond je kwispelende huisgenoot. Ik word daar alleszins blij van.